petanque
Aanleg van een petanque baan
Pétanque kan op zeer veel verschillende soorten terreinen worden
gespeeld, maar het beste oppervlak wordt gevormd door los gestort en
licht aangewalst fijn grind of fijne steenslag. Dolomiet of fijn
gebroken schelpen worden ook wel gebruikt, maar maken het spel minder
interessant door een te grote regelmaat. Perfect glad moet het terrein
beslist niet zijn. De onregelmatigheden van het terrein maken een
essentieel onderdeel uit van de spelproblemen.
Een goede drainage is echter wel gewenst. De opbouw van het
speelterrein is sterk afhankelijk van de plaatselijke bodemgesteldheid.
Per speelterrein is er officieel een oppervlakte van 4 bij 15 meter
nodig, maar minder (bijv. 3 bij 13 meter) is in de praktijk meestal
voldoende. Het uitzetten van banen is alleen nodig als zich heel veel
spelers op een open terrein bevinden en kan voorkomen dat partijen door
elkaar heen gespeeld gaan worden.Voor de afscheiding van banen is dun
touw (bijv. oranje nylon draad) van 1 à 3 mm dikte zeer geschikt. Een
terreinbegrenzing is niet direct noodzakelijk maar kan het doorstoten
of op de rijbaan komen van boules voorkomen. Hiertoe kan een rand van
steen of
houten bielzen worden geplaatst. Steen heeft als nadeel dat het sneller
kapotgegooid wordt.
Indien belijning wordt toegepast dient deze rand op minimaal 10 cm van de lijnen geplaatst te worden.
Tenslotte volgt nog een opsomming van de opbouw van een Jeu de
Boulesbaan (Pétanque baan)
In het algemeen is de opbouw van boven naar beneden als volgt:
- toplaag (3 à 4 mm)
- fundering (plm 10 cm)
- watervoerende laag (plm 20 cm)
Voorkomen dient te worden dat de oppervlakte waterpas ligt,
natuurlijke glooingen maken het spel aantrekkelijker.
De toplaag kan bestaan uit:
- 2 à 3 cm leem, ingewalst met 1 cm grind (0-8 mm); hiervoor kan
ook split worden gebruikt of
- grof zand gemengd met gemalen mergel (gemalen mergel is niet
makkelijk verkrijgbaar) of
- halfverhardings-toplaagmateriaal, het nadeel kan hierbij zijn dat
het veld te glad en daardoor te makkelijk wordt
De fundering kan gelijk zijn aan die van halfverhardingen:
- lava (0-15/25 mm) of
- sintels (0-15/25 mm)
Wanneer de vloer als ondergrond beton of iets dergelijks heeft, dan
kan volstaan worden met de beschreven toplaag,
maar dan met een dikte van 20 cm.
Als watervoerende laag kan vrij grof zand worden genomen, met een
minimale dikte van 20 cm. Uiteraard kan deze laag plaatselijk al
aanwezig zijn. Of al dan niet moet worden gedraineerd hangt af van de
plaatselijke situatie.
Als watervoerende laag kan ook puin, al dan niet gebroken puin worden
gebruikt.
